Nieuwsflits Omgevingsrecht februari 2021

mr. F. (Femke) van der Heijden

Geen onderdeel van een categorie

02 - 02 - 2021

 

Verlenging begunstigingstermijn

Op 17 februari jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een interessante uitspraak gedaan over een verzoek om verlenging van een begunstigingstermijn in een last onder dwangsom.

In het aan de orde zijnde geval was het verzoek om verlenging voor het einde van de begunstigingstermijn verstuurd maar was pas na het verstrijken van de begunstigingstermijn op het verzoek beslist. Omdat de begunstigingstermijn op dat moment reeds was verstreken, is het verzoek om verlenging afgewezen.

Het is standaardjurisprudentie van de Afdeling dat een eenmaal verstreken begunstigingstermijn niet meer kan worden verlengd (vgl. ABRS 22 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3803).

De Afdeling oordeelt in dit geval echter dat vast staat dat de begunstigingstermijn ten tijde van de indiening van het verzoek om verlenging nog niet was verstreken. Het kan verzoeker daarom niet worden aangerekend dat het college niet vóór het verstrijken van de begunstigingstermijn op het verzoek heeft beslist.

U kunt de uitspraak hier vinden:

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@124362/201906593-1-r3/#highlight=ECLI%3aNL%3aRVS%3a2021%3a326

Verjaring verbeurde dwangsom voor voortdurende overtreding

In de uitspraak van de Afdeling van 10 februari jl. staat de verjaring van een verbeurde dwangsom voor een voortdurende overtreding centraal.

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht verjaart de bevoegdheid tot invordering van een verbeurde dwangsom door verloop van één jaar na de dag waarop de dwangsom is verbeurd.

In dit geval betrof het een voortdurende overtreding die niet voor het einde van de begunstigingstermijn was beëindigd. De dwangsom was aldus van rechtswege verbeurd op de dag na afloop van de begunstigingstermijn. De Afdeling oordeelt dat vanaf dat moment de verjaringstermijn van één jaar is gaan lopen.

Omdat de invorderingsbeschikking voor de verbeurde dwangsom in dit geval later dan een jaar na afloop van de begunstigingstermijn was verzonden en de verjaringstermijn in de tussenliggende periode niet was gestuit, was de invorderingsbevoegdheid op dat moment reeds verjaard.

Nu de overtreder na afloop van de verjaringstermijn tot betaling van de verbeurde dwangsom is overgegaan, is die dwangsom onverschuldigd betaald. De Afdeling oordeelt daarom tevens dat de appellant/overtreder geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

U kunt de uitspraak hier vinden:

https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@124308/201909009-1-a2/#highlight=ECLI%3aNL%3aRVS%3a2021%3a273

Indien u naar aanleiding van deze nieuwsflits of anderszins vragen en/of opmerkingen heeft, dan kunt u zich wenden tot mr. Femke van der Heijden op telefoonnummer 020 – 305 83 83

Cliënten reviews