Controleer als koper of voor alle bouwwerken vergunningen zijn verkregen, ook al zijn ze vóór 1 april 2007 gebouwd en wordt na 1 april 2007 gekocht!
In een uitspraak van 11 mei jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:1263) is de vraag aan de orde of een gemeente handhavend mag optreden tegen het in stand laten van vóór 1 april 2007 zonder bouwvergunning/omgevingsvergunning gerealiseerde bouwwerken (zie artikel 2.3a lid 1 Wabo). Sinds 2014 is het standaardjurisprudentie dat een gemeente vanwege het rechtszekerheidsbeginsel geen last onder dwangsom kan opleggen met betrekking tot vóór 1 april 2007 zonder vergunning gebouwde bouwwerken indien de eigenaar ten tijde van het na 1 april 2007 verkrijgen van het bouwwerk geen concrete aanwijzingen had dat het bouwwerk zonder vergunning was gebouwd (vgl. ABRS 18 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2196). In de uitspraak van 11 mei jl. overweegt de Afdeling in aanvulling op die standaardjurisprudentie dat het college wel de mogelijkheid heeft daartegen op grond van artikel 2.3a lid 1 Wabo op te treden met bestuursdwang, en wel omdat dat ook al kon krachtens de Woningwet voor de wijziging van die wet per 1 april 2007.
Ook als koper van bouwwerken die voor 1 april 2007 zonder vergunning zijn gerealiseerd moet je dus rekening houden met handhavend optreden van de gemeente, ondanks het feit dat je het bouwwerk voor 1 april 2007 hebt gekocht en er ten tijde van de verkrijging van het bouwwerk geen concrete aanwijzingen zijn dat het bouwwerk zonder vergunning is gebouwd.
Amsterdamse standaardboete voor (onder)verhuren vrijesectorwoning te hoog!
In een uitspraak van eveneens 11 mei jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:1277) gaat het om een boete die door de gemeente Amsterdam is opgelegd wegens het zonder vergunning onderverhuren van een vrijesectorwoning. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum legde een bestuurlijke boete van € 12.000,- op omdat de gehuurde woning zonder vergunning van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte was omgezet. De rechtbank oordeelde dat inderdaad sprake was van een overtreding van artikel 30 lid 1 aanhef en onder c van de toenmalige Huisvestingswet en dat het dagelijks bestuur bevoegd was een boete conform de tabel behorende bij de Amsterdamse Huisvestingsverordening op te leggen. De Afdeling bevestigt dat de in de tabel bij de Huisvestingsverordening opgenomen boete van voor het onttrekken van een woning zonder vergunning bij een eerste overtreding niet onevenredig is, maar buigt zich tevens over de vraag of de opgelegde boete in dat concrete geval passend en evenredig is gelet op het punitieve karakter van het besluit en alle relevante omstandigheden van het geval. Daarbij acht de Afdeling van belang dat in de tabel met standaardboetes geen rekening wordt gehouden met het niet-bedrijfsmatig handelen van de onderverhuurder en het feit dat niet is gebleken dat de onderverhuurder daarbij financiële voordeel heeft genoten, terwijl bij het in gebruik geven/nemen wel wordt gedifferentieerd naar die omstandigheden. De Afdeling acht de standaardboete voor het onttrekken van woonruimte zonder vergunning dan ook te hoog en in strijd met het evenredigheidsbeginsel en bepaalt de hoogte van de boete op € 3.000,-.
Ondanks het feit dat het een standaardboete betreft, kan dus wel degelijk worden opgekomen tegen de hoogte van de boete.
Voortgang stelsel Omgevingswetgeving
Op 25 mei jl. heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de voortgang van het regelgevingsstelsel voor de invoering van de Omgevingswet. Uit de brief blijkt welke elementen van het stelsel de komende periode tegemoet kunnen worden gezien.
De minister is voornemens op 1 juli a.s. te starten met de formele toetsing en consultatie van de AMVB’s. Deze internetconsultatie zal tot 16 september a.s. lopen.
Met betrekking tot de aanvullingswetten “geluid” en “bodem” heeft van 22 maart tot 17 mei jl. een openbare internetconsulatie plaatsgevonden. De verwachting is dat de internetconsultatie van de aanvullingswet “grondeigendom” op 1 juli a.s. start en die van de aanvullingswet “natuur” op 1 november a.s.
In het najaar hoopt de minister de internetconsultatie van de Invoeringswet en het Invoeringsbesluit te starten.
Voor de volledige versie van de brief kunt u op onderstaande link klikken.
Indien u naar aanleiding van deze nieuwsflits of anderszins vragen en/of opmerkingen heeft, dan kunt u zich wenden tot mr. Femke van der Heijden op telefoonnummer 020 – 305 83 83.