Meldplicht vakantieverhuur gemeente Amsterdam
In de vorige nieuwsbrief informeerde ik u over de meldplicht die de gemeente Amsterdam per 1 oktober 2017 wenst in te voeren met betrekking tot vakantieverhuur van woningen.
De verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening van Amsterdam lag van 5 mei tot 2 juni jl. ter inzage. Gedurende deze periode kon een zienswijze over de voorgenomen wijziging worden ingediend. De gemeenteraad besluit op 19 juli a.s. over de wijziging van de huisvestingsverordening. Dit blijkt uit het volgende bericht op de website van de gemeente Amsterdam:
Nieuwe Handreiking ladder voor duurzame verstedelijking voor handen
Op 1 juli a.s. treedt de nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking – die is opgenomen in artikel 3.1.6 van het Bro – in werking. In de nieuwe Ladder zijn de verschillende “treden” komen te vervallen en is het begrip “actuele regionale behoefte” vervangen door “behoefte”.
Zowel voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen binnen als buiten bestaand stedelijk gebied moet de behoefte worden beschreven. Met het oog op een zorgvuldig ruimtegebruik dient een nieuwe stedelijke ontwikkeling in beginsel in bestaand stedelijk gebied te worden gerealiseerd. Indien de nieuwe stedelijke ontwikkeling is voorzien buiten bestaand stedelijk gebied, dan dient dat te worden gemotiveerd in de toelichting. In de nieuwe ladder wordt tevens de mogelijkheid geboden de toepassing van de ladder door te schuiven naar het uitwerkings- of wijzigingsplan. Hierdoor zal de ladder beter toepasbaar zijn en tot minder onderzoekslasten leiden.
In het kader van de nieuwe ladder is op de website van Infomil een nieuwe Handreiking geplaatst. Deze is vindbaar via onderstaande link:
Duidelijke uitspraak van Raad van State over ladder voor duurzame verstedelijking
Op 28 juni jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een zogenaamde overzichtsuitspraak gedaan over de ladder voor duurzame verstedelijking. De ladder is – zoals ook uit het voorgaande item blijkt – opgenomen in artikel 3.1.6 van het Bro en zal per 1 juli a.s. worden gewijzigd. De wijziging heeft als doel de ladder te vereenvoudigen en de onderzoekslasten te verminderen, waarbij de effectiviteit van het instrument behouden blijft en niet beoogd is het doel van de regeling te wijzigen.
Omdat een deel van de rechtspraak over de ladder ook na de wijziging per 1 juli 2017 van belang blijft, heeft de Afdeling in deze uitspraak de hoofdlijnen van de rechtspraak weergegeven voor zover deze na 1 juli a.s. van toepassing blijven.
In de overzichtsuitspraak wordt ingegaan op:
– inhoud, aard, doel en strekking van artikel 3.1.6 lid 2 en 3 Bro (r.o. 2 – 2.6);
– hoofdlijnen van de wijziging per 1 juli 2017 (r.o. 3 – 3.2);
– behoeftetoets buiten de ladder om (r.o. 4 – 4.1);
– reikwijdte van artikel 3.1.6 lid 2 en 3 Bro (r.o. 5 – 5.3);
– uitleg van het begrip “stedelijke ontwikkeling” (r.o. 6 – 6.5);
– uitleg van het begrip “nieuwe stedelijke ontwikkeling” (r.o. 7 – 7.10);
– de reikwijdte van het onderzoek naar, het overleg over en de beschrijving van de behoefte aan een bepaalde nieuwe stedelijke ontwikkeling (r.o. 8 – 8.2);
– eisen die worden gesteld aan de beschrijving van de behoefte aan de voorgenomen nieuwe stedelijke ontwikkeling (r.o. 9 – 9.10);
– uitleg van het begrip “bestaand stedelijk gebied” (r.o. 10 – 10.3);
– rechterlijke toetsing van de beschrijving van de behoefte (r.o. 11 – 11.2);
– toepassing van het relativiteitsvereiste in verband met het bepaalde in artikel 3.1.6 lid 2 3n 3 Bro (r.o. 12 – 12.8).
De uitspraak is vindbaar via deze link:
Indien u naar aanleiding van deze nieuwsflits of anderszins vragen en/of opmerkingen heeft, dan kunt u zich wenden tot mr. Femke van der Heijden op telefoonnummer 020 – 305 83 83.