Nieuwsflits Omgevingsrecht januari 2019

mr. F. (Femke) van der Heijden

Geen onderdeel van een categorie

02 - 01 - 2019

 

Wijziging regelgeving/beleid inzake Bed and Breakfast (B&B)

De gemeente heeft in 2018 een vergunningplicht voor Bed and Breakfast (B&B’s) aangekondigd. Op dit moment geldt nog een meldplicht voor B&B’s. Het is de bedoeling dat de vergunningplicht op 1 januari 2020 in werking zal treden.

In een brief van het college aan de gemeenteraad van 17 oktober 2018 is meer informatie met betrekking tot de nieuwe vergunningplicht opgenomen. Ten aanzien van reeds bestaande B&B houders is in de brief opgenomen dat het nieuwe vergunningsstelsel mogelijk ingrijpende gevolgen zal hebben. Er wordt volgens de brief echter gezocht naar een passende regeling om rekening te houden met de belangen van de huidige B&B houders. In dat verband wordt blijkens de brief gedacht aan overgangsrecht waarbij aan de huidige B&B houders een passende overgangstermijn wordt gegeven. In het eerste kwartaal van 2019 zal de raad nader door het college worden geïnformeerd. Het college streeft er blijkens de brief naar de wijziging van de huisvestingsverordening voor de zomer van 2019 aan de raad voor te leggen en voor inspraak vrij te geven.

Hier treft u de link naar de webpagina van de gemeente over B&B’s aan, onderaan de webpagina vindt u een link naar voormelde brief aan de gemeenteraad:

https://www.amsterdam.nl/veelgevraagd/?productid=%7BC8EA978C-5861-4C8D-906E-C805F4D80CD8%7D#case_%7B09D07271-651F-424A-A79D-989BB07A5F9E%7D

Kamerverhuur in woning is niet altijd in strijd met het bestemmingsplan

Op 23 januari jl. heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over kamerbewoning in een woning.

Veel bestemmingsplannen bevatten tegenwoordig de regeling dat gronden bestemd zijn om te “wonen” in een “woning”, waarbij in de definitiebepaling van “woning” vaak is opgenomen dat een woning is bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden. Kamerverhuur is dan verboden omdat het leidt tot bewoning van een woning door meerdere huishoudens.

Indien in een bestemmingsplan uitsluitend is bepaald dat gronden zijn bestemd voor “wonen” en daarbij geen relatie is gelegd met een definitiebepaling van een “woning” in het bestemmingsplan, dan is van belang hoe het begrip “wonen” in het bestemmingsplan is gedefinieerd. In de uitspraak van 23 januari jl. is een bestemmingsplan aan de orde waarin het begrip “wonen” niet is gedefinieerd. Zoals de Afdeling al eerder heeft geoordeeld, dient in een dergelijk geval aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik. Reeds in een uitspraak van 6 juni 2018 heeft de Afdeling geoordeeld dat in het algemeen spraakgebruik onder “wonen” “diverse uiteenlopende vormen van huisvesting” dienen te worden begrepen. Daaronder valt volgens de Afdeling in dit geval ook het verhuren van kamers aan personen die niet tot het huishouden van de verhuurder behoren, nu dat – met uitzondering van huisvesting van tijdelijke werknemers – niet in de regels is uitgesloten.

Volledigheidshalve wijs ik erop dat ook in de gemeentelijke huisvestingsverordening regels omtrent bewoning van woningen zijn opgenomen. Het is goed denkbaar dat kamerverhuur is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, maar is verboden op grond van de gemeentelijke huisvestingsverordening. Veelal is in de gemeentelijke huisvestingsverordening immers bepaald dat woningen zijn bestemd voor bewoning door één huishouden.

Indien u naar aanleiding van deze nieuwsflits of anderszins vragen en/of opmerkingen heeft, dan kunt u zich wenden tot mr. Femke van der Heijden op telefoonnummer 020 – 305 83 83

Cliënten reviews